woensdag 6 maart 2019

ZELDZAME IJSVOGEL

commons.wikipedia.org./

Dit had ik de dag voordien geschreven:"Het waait de pannen van het dak. Moet denken aan het zeldzaam ijsvogeltje, dat zich gauw haastte naar een holte in de gracht. O, zoiets blauw, nog nooit gezien. Misschien moet ik meer ont-dekken. Het zal zich niet voor niets verbergen. Er bestaan reuzen en kleine dwergen. Maar vannacht zal het beschut zijn, tegen weer en wind. De interpretatie van een bang lentekind. Dat morgen de weg wel vindt, naar de kikkervisjes."

ZELDZAME IJSVOGEL
Gisteren,
zeldzaam mooi in het kobaltblauw,
een iriserende ijsvogel
kwinkelerend aan
 de springlevendige waterkant.

Azend op kersverse kikkervisjes
verdween hij met subtiele buit,
schichtig in een overwoekerende rand.

Ik dacht, ik ga je schuilplaats
niet verraden, vriend.
Zeldzaam mooi in het kobaltblauw
neen, zoiets unieks verdient dit niet.
Laat ze maar vertellen, dat ik jouw
 regenboogkleur zou moeten melden.

Edoch, hoe sloeg vandaag
het noodlot toe.
Tezamen met het veldkruid,
mestte men jouw nestkamertje uit.
Ons geheim kwam bloot te liggen.
Je kobaltblauw sprookje pas begonnen,
werd genadeloos gauw ontgonnen.

Starend naar platgewalst gras, wou
ik zo graag, dat het nog eens gisteren was.
Toen smaakte het naar goed, thans voelt
de atmosfeer veeleer ijzig geladen.

©De Kimpe Marleen
5 maart 2019

woensdag 6 februari 2019

DE LENTEBODE

Het schilderij verdampte
toen de genadige winterzon als
een noeste mol de wortelstokken
uit hun diepe winterslaap stampte

bloemknollen braken piepend open
namen een loopje met het seizoen
waren ze immers niet wijd en zijd
 blijven hopen op een beetje

 hartelijkheid.

©De Kimpe Marleen
 6 februari 2019

woensdag 14 november 2018

ZO OKTOBER 2018

Honingpurende bijtjes
verkozen de asters
van september
boven de chrysanten
van november
hadden niets meer
te verliezen
in oktober
zomerden ze zich
zoemend dood.

©De Kimpe Marleen
13 november 2018

maandag 21 mei 2018

DE GORDIJNENDANS


DE GORDIJNENDANS

Ongevraagd waait meneer de wind binnen, klampt
zich iets te gewaagd vast aan het gordijnen linnen.

In vlam gezet, walsen ze samen naar buiten, net
een hij en een zij, denken de opengewaaide ruiten.

Want als een deftige heer, legt hij zijn hand in
de holte van haar rug, het zwierig gordijnkleed bolt.

Innig gepassioneerd keren ze terug en doen ze
het prinsheerlijk weer en nog en nog een keer!


© De Kimpe Marleen 
29 mei 2017 (herbewerkt)

donderdag 5 april 2018

EN DE ZEE WAS NIET MEER

Als er
ooit geen zee meer is hunkert die
steppe naar groot gemis
zinkt de moed haar
in de
schoenen
gedaan met al
wat leeft geen wolk meer die
goedsmoeds emmertjes uitkiepert
niets meer.

(c)De Kimpe Marleen
18 juni 2009 
(herbewerkt)